Op de eerste maandag van de lente is de Stichting van het Onderwijs een feit. Een heuglijk feit, want het is voor het eerst in onze onderwijsgeschiedenis dat de spelers in het veld hun krachten bundelen ten gunste van leerling en samenleving. “Nu hebben we eindelijk een onmisbare, niet te negeren gesprekspartner voor het kabinet”, verwoordt SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan de gedachte van eenieder die aanwezig is bij de introductie van de Stichting in de Haagse Hogeschool.

foto Rinnooy Kan“Het mooiste van het lerarenvak is het kwartje zien vallen in iemands ogen,” zegt hoogleraar Wim van der Grift in de introductiefilm die speciaal is gemaakt voor de Stichting van het Onderwijs. Juffrouw Joyce van de Montessorischool in Amsterdam voegt daaraan toe dat je ieder kind vanuit zijn eigen behoeftes moet begeleiden: “Elk talent telt.” Daarmee noemt zij een van de speerpunten die de agenda gaan bepalen van de Stichting van het Onderwijs. De andere speerpunten: ‘Onderwijs is goed voor ons’ – zowel persoonlijk als economisch en maatschappelijk – en ‘Onderwijs verdient een onderwijseigen organisatie’ – een die goed past bij de driehoek van school, wereld en thuis.

De introductiefilm laat zien dat in de hele breedte van het onderwijs, van basisschool tot universiteit, veel enthousiasme heerst. Het is de ambitie van de Stichting van het Onderwijs al dat enthousiasme samen te brengen en een onweerstaanbare gesprekspartner te zijn voor de politiek. Dus niet het zoveelste overlegorgaan. Of zoals mede-oprichter Sijbolt Noorda (VSNU) zegt: “We moeten verschil maken en werken vanuit onze gezamenlijke uitgangspunten en idealen.” Want de verschillen tussen de onderwijsinstellingen zijn veel kleiner dan soms lijkt. En alle negatieve publiciteit zou een stimulans moeten zijn voor de toekomst.

Daar is ook staatssecretaris Marja van Bijsterveld het mee eens, die het afsluitende woord krijgt voor de officiële handtekeningsessie. “De Stichting van het Onderwijs heeft een breder belang dan werkgevers en werknemers. Wij moeten slagen maken voor de toekomst van kind en samenleving.”