Ruim honderd vertegenwoordigers uit het onderwijsveld vullen dinsdagmiddag 4 september de hal van het CAOP. Daar vindt het door de Stichting van het Onderwijs georganiseerde Nationale Onderwijsdebat ‘Van goed naar geweldig onderwijs’ plaats. Alle zes deelnemende kandidaat-Kamerleden kunnen zich probleemloos vinden in ‘beter onderwijs’. Wel veroorzaken hun politieke verschillen enig vuurwerk rond hete hangijzers als de ‘nullijn’ en prestatiebeloning. Aan het eind van het debat tonen de politici zich vrijwel unaniem bereid om straks bij de formatie afspraken te maken over een breed, meerjarig onderwijsakkoord. Met als doel ‘rust in de tent’, zodat het onderwijsveld zelf kan zorgen voor beter opgeleide leerkrachten die hun professionaliteit blijven ontwikkelen.

Aan het debat nemen deel de kandidaat-Kamerleden Jeroen Dijsselbloem (PvdA), Brigitte van den Burg (VVD), Jasper van Dijk (SP), Michel Rog (CDA), Paul van Meenen (D66) en Carola Schouten (ChristenUnie). Onder leiding van Sijbolt Noorda, vicevoorzitter Stichting van het Onderwijs en voorzitter VSNU, debatteren zij in wisselende formaties over vijf stellingen die door prominenten uit het onderwijs worden toegelicht. Ook de zaal krijgt gelegenheid voor vragen en opmerkingen.

Basis van het debat vormt de Nederlandse doorvertaling van het onderzoek van McKinsey & Company uit Amsterdam naar de best presterende onderwijsstelsels*). Directeur Jaap Versfelt: “Om van ‘goed’ naar ‘beter’ te komen zou Nederland moeten inzetten op verbetering van de lerarenopleidingen, professionalisering van het leraarsvak en ontwikkeling van schoolleiders. Hiervoor zijn geen structuurveranderingen nodig -daarvan hebben we er al te veel gehad de afgelopen jaren. Het gaat om een andere manier van samenwerken, om leren lesgeven ‘met de deur open’.”

Zelfbewust

Kete Kervezee (PO-Raad) lanceert al direct aan het begin van het debat het idee van een ‘grootschalig, meerjarig Deltawerken-traject’ voor het onderwijs. “De sector moet nu eens de kans krijgen ‘de kuur af te maken’, voordat het onderwijs geheel beleidsresistent is geworden.” Ze krijgt ruime politieke bijval, zij het met nuances: “De overheid moet de kwaliteit bewaken, maar de scholen zijn aan zet” aldus Jeroen Dijsselbloem (PvdA). Michel Rog (CDA): “Het onderwijs moet weer een zelfbewuste sector worden. Wij investeren in 10.000 eerstegraads leraren.” Volgens Brigitte van der Burg (VVD) is een Deltaplan niet nodig: “Ga gewoon aan de slag!”. De VVD vindt verder dat ook het onderwijs zijn aandeel moet leveren in de bezuinigingen.

Minder bureaucratie

“Politiek, wees reëel: als je kwaliteit vraagt, moet de bekostiging op orde zijn”, is de hartenkreet van Sjoerd Slagter (VO-raad). Hij krijgt veel bijval uit de zaal. Meerdere partijen (CU, D’66 en SP) wijzen op ‘sluipende bezuinigingen’ in de afgelopen jaren. Het ‘Passend Onderwijs’ had een schrijnend voorbeeld van een openlijke bezuiniging kunnen worden: gelukkig zijn de eerder ingeplande kortingen van tafel. In het onderwijs kan wellicht winst behaald worden door minder bureaucratie. “Wij willen 1 miljard bezuinigen op het onderwijs”, zegt Jasper van Dijk (SP) “Maar dan op de vele managementlagen die zijn gegroeid vanwege alle regeltjes.” De CU pleit mede daarom voor handhaving van lumpsum financiering. Paul van Meenen (D66): “We moeten wel nuanceren tussen schoolsoorten. In het PO moet je vechten voor behoud van de conciërge, terwijl je op hogescholen een ‘afdeling Rekenschap’ aantreft!”

Professionalisering

Nadat de partijpolitieke piketpaaltjes zijn geslagen, wordt het debat inhoudelijker. “Professionaliseren kun je iemand niet opdragen” zegt Walter Dresscher (AOb). Alle politici zijn het met hem eens: hier is het werkveld zelf aan zet. Michel Rog (CDA): “We willen een onderwijscultuur waarin van elkaar leren normaal is”. Carola Schouten (CU): “Het onderwijs moet dat zelf doen, en overheid moet het faciliteren”. Deelnemers in de zaal noemen nog de rol van de Medezeggenschapsraad en de betrokkenheid van ouders.

Is prestatiebeloning, of ‘gedifferentieerd belonen’ zoals D66 het liever noemt, een oplossing om professionele ontwikkeling te bevorderen? “Je moet in elk geval voorkomen, dat goede leraren alleen kunnen doorstromen naar manager. Ze moeten voor de klas blijven!”, vindt Brigitte van der Burg. Ook is ze voorstander van zij-instroom. “Zo krijgt het onderwijs meer band met de samenleving”. Op de vraag van debatleider Sijbolt Noorda om de professionaliteit in het onderwijs een cijfer tussen 1 en 5 te geven vergeleken met tien jaar geleden, geven de politici een 3, De CU zelfs een 4. Iedereen is het er over eens: de weg loopt ‘van goed naar beter’.

Beroepskolom

Anja van Gorsel, CvB-voorzitter van het Albeda College in Rotterdam, pleit voor meer docenten die afkomstig zijn uit de beroepspraktijk. “Dat is zeer belangrijk voor goed beroepsonderwijs, een leerroute die voor heel veel leerlingen geschikter is dan algemeen onderwijs. Het beroepsonderwijs heeft ten onrechte een slecht imago: bij ouders, maar ook bij aspirant-leraren. We moeten maar eens meer laten zien hoe groot de BMW van de loodgieter is!” De keuze voor een vervolgopleiding valt in Nederland vroeg. “Tussen 10 en 15 jaar verliezen we het meeste rendement. Misschien moeten we ook latere overstapmomenten invoeren”, suggereert Kete Kervezee. “Politieke aandacht is de beroepskolom in het verleden niet echt ten goede gekomen maar gelukkig heeft de sector zijn imago weer weten te verbeteren.”, constateert Jeroen Dijsselbloem (PvdA). Anja van Gorsel: “Toch worden de meeste kinderen in het beroepsonderwijs opgeleid. Verbetering van de onderwijskwaliteit in het mbo heeft daarom een belangrijke maatschappelijke betekenis.”

Instroom

“Hoe zorgen we voor voldoende goede nieuwe leraren?”, is de vraag van Patrick Banis (CVN Onderwijs). Meerdere partijen opperen dat ‘selectie aan de poort’ een middel kan zijn om de kwaliteit van de nieuwe instroom te verbeteren. “Maar kijk dan niet alleen naar cijfers”, waarschuwt Michel Rog (CDA). “De beste leerling is niet noodzakelijk ook de beste leraar!” Om voldoende studenten naar de lerarenopleidingen te krijgen, moet het leraarsvak aantrekkelijker worden en moeten er goede leraren voor de klas staan. Paul van Meenen (D66): “Zittende leraren zijn belangrijke rolmodellen voor hun toekomstige opvolgers!” “Ooit was ‘leraar’ een beroep van aanzien”, verzucht Brigitte van der Burg (VVD).” Jasper van Dijk (SP) vindt: “Het leraarschap is vanaf de jaren ’80 stelselmatig uitgehold”. “Een ‘nullijn’ is voor het beroepsimago slecht”, vindt ook Jeroen Dijsselbloem (PvdA). “Bovendien: vroeg of laat moet je hem toch terugdraaien.”

Nationaal Akkoord

“Er is een trendbreuk nodig”, concludeert Jasper van Dijk (SP). De anderen gaan niet tegen hem in. “We zijn het gelukkig over veel dingen eens: het onderwijs moet terug naar de kern”. Voorzitter Sijbolt Noorda brengt het idee van een Nationaal Akkoord uit het begin van het debat opnieuw in: “Wat vindt u van: kom na de verkiezingen binnen twee maanden tot overeenstemming over de koers tot 2020?” Hij krijgt een volmondig ‘ja’ van D’66, CDA en SP. Ook de PvdA steunt het idee, maar Jeroen Dijsselbloem waarschuwt wel: “We moeten wel goed kijken wie dan wat moet gaan uitvoeren.” Ook Carola Schouten (CU) gaat voorzichtig ‘mee’: “Als het onderwijs zijn krachten bundelt, kan de politiek daar niet omheen.” Alleen de VVD houdt een slag om de arm. Brigitte van der Burg: “Er hoort wel een financiële paragraaf bij. Niets belet het onderwijs overigens om alvast te beginnen!”

Dan is de tijd echt om. Onder de borrel, vanwege het mooie weer verplaatst naar de tuin, gaat het debat informeel nog geruime tijd door.

*) Mc Kinsey & Company (2012). Het Nederlandse onderwijs: beter dan we denken, maar niet zo goed als we willen. Den Haag: Stichting van het Onderwijs

De stellingen

Stelling 1: Proefballonnen en politiek hobbyisme hebben de aandacht afgeleid van het vergroten van de onderwijskwaliteit.

Stelling 2: Het verbeteren van de onderwijskwaliteit is mogelijk maar dan moeten de onderwijsbezuinigingen direct worden teruggedraaid.

Stelling 3: Je kunt leraren, schoolleiders en directeuren niet van bovenaf professionaliseren. Overheidsbemoeienis werkt averechts.

Stelling 4: Het versterken van de beroepskolom is geen politieke prioriteit meer.

Stelling 5: Voortaan gaan alleen onze meest getalenteerde leerlingen naar de lerarenopleidingen.

Bekijk hier het filmverslag van het debat.

Lees ook

Persbericht: ‘Kwaliteit onderwijs al jaren in watertrappelstand’