Extra investeringen in onderwijs blijven hard nodig, ook al is de financiële positie van de onderwijsinstellingen de afgelopen jaren verbeterd. Dat schrijft de Stichting van het Onderwijs in een brief aan de onderwijswoordvoerders van de Tweede Kamer. De Inspectie van het Onderwijs meldde eind vorig jaar dat de onderwijssector een financieel gezonder beeld laat zien. De Stichting waarschuwt de politiek dat voor de langere termijn de financiële situatie van het onderwijs onzeker is. ‘De kosten stijgen harder dan de bekostiging.’

Structurele uitdagingen

De extra middelen, die de onderwijssector de afgelopen jaren heeft ontvangen uit het Nationaal Onderwijsakkoord en het Herfstakkoord, gaven vooral instellingen in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs wat lucht. Tegelijkertijd kwam een significant deel van deze middelen incidenteel beschikbaar en met deze eenmalige tegemoetkoming kunnen structurele uitdagingen onvoldoende het hoofd geboden worden. Voor het hoger onderwijs, dat met de extra gelden onvoldoende gecompenseerd werd voor de geachte bezuinigingen, komen de gelden vanuit het studievoorschot bovendien pas op termijn beschikbaar.

Onveranderd hoge ambities

Om structurele uitdagingen, zoals het herstellen van de werkgelegenheid, aan te pakken heeft de onderwijssector daarom extra investeringen nodig, zeggen de bestuursleden van de Stichting. Want de kosten stijger harder dan de bekostiging en onderwijsinstellingen kunnen niet nog meer bezuinigen. De financiële positie van onderwijsinstellingen is de afgelopen periode dan wel verbeterd dankzij de incidentele gelden, maar zonder extra investeringen zijn de onveranderd hoge ambities voor het Nederlandse onderwijs niet waar te maken.

Download de brief ‘Fimanciële situatie onderwijs’